Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

FAQ Milieuhygiënisch bodemonderzoek

Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen, en de antwoorden daarop, over veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Deze vragen zijn opgekomen tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden volgens BRL of AS SIKB 2000 en de daarbij horende protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018.

De rol van folie bij het nemen van grondmonsters voor onderzoek op PFAS

Vraag: Eis 12 in protocol 2001 vereist dat, om te borgen dat "de ondergrond waarop het grondboorsel wordt uitgelegd schoon" is, "schoon, nieuw en onbedrukt folie (plastic of gelijkwaardig) op het maaiveld [wordt gelegd] om daar de grondboorsels op uit te leggen." PFAS-vrije folie is echter niet te vinden. Voor onderzoek naar PFAS in de bodem zou dit betekenen dat materiaal moet worden gebruikt dat het grondmonster kan verontreinigen met precies de stoffen waarop het moet worden onderzocht. Hoe hiermee om te gaan?
Antwoord: Dit punt wordt meegenomen in het lopende project Modernisering BRL SIKB 2000. Totdat het resultaat daarvan in werking is getreden moeten grondmonsters voor onderzoek op PFAS worden genomen direct vanuit het midden van de boorkop, zodat geen foliecontact optreedt. Dit moet dan wel als afwijking in de rapportage worden vermeld.

Tellen mechanische boringen mee in de opgebouwde ervaring?

Vraag: In een certificatietraject richting BRL SIKB 2000 wordt van de veldwerkers onder meer de ervaring met veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek beoordeeld. Tellen daarbij de door de individuele veldwerker in het kader van milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerde mechanische boringen mee?
Antwoord: Ja, de certificatie-instelling kijkt bij die beoordeling naar het aantal dagen dat die veldwerker heeft gewerkt in de geest van protocol 2001. In het kader van milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerde mechanische boringen tellen daarom ook mee.

Vallen hydrografische metingen onder de reikwijdte van BRL SIKB 2000?

Vraag: Protocol 2003 stelt eisen aan de uitvoering van hydrografische metingen en suggereert daarmee dat hydrografische metingen in het kader van milieuhygiënisch bodemonderzoek hieraan moeten voldoen. Dat zou betekenen dat bedrijven die betreffende hydrografische metingen verzorgen gecertificeerd moeten zijn voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Maar dit type metingen lijkt wel buiten de reikwijdte van het certificatieschema te vallen zoals die is beschreven in BRL SIKB 2000.
Antwoord: Peilingen en volumegegevens kunnen een belangrijk onderdeel zijn bij de besluitvorming rond ernstig verontreinige waterbodems. In een dergelijke situatie is het een onderdeel van het miliehygiënisch veldwerk en valt het dus ook onder de reikwijdte van BRL SIKB 2000.