Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Nemen van grondwatermonsters: nieuwe methode nu verplicht

Sinds 1 oktober 2012 is de nieuwe manier van nemen van grondwatermonsters bij bodemonderzoek op locatie verplicht. In maart 2012 ontwikkelde interpretaties bij protocol 2002 maken wijzigingen duidelijk, reacties op aanpassingen mogelijk.

De huidige versie van protocol 2002, “Het nemen van grondwatermonsters”, is alweer bijna vijf jaar oud. Het is dus tijd voor een revisie. Die gaat in twee fasen.
Brede toepassing protocol 2002
Protocol 2002 is onderdeel van de beoordelingsrichtlijn BRL SIKB 2000, “Veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek”. Het protocol stelt eisen aan het nemen van grondwatermonsters voor bodemonderzoek, gericht op het in kaart brengen van eventuele bodemverontreiniging op een specifieke locatie. Voor uitvoeringsonderdelen verwijst protocol 2002 naar de Nederlandse normen NEN 5744 en 5745. Daarnaast wordt protocol 2002 ook gebruikt bij het nemen van grondwatermonsters binnen de provinciale en landelijke meetnetten voor de monitoring van de grondwaterkwaliteit, waarbij de Nederlands Technische Afspraak NTA 8017 een rol speelt. Een derde activiteit waarbij protocol 2002 wordt gebruikt is het nemen van grondwatermonsters voor monitoring en “early warning systems” in het kader van het Activiteitenbesluit.
Aanpassingen leiden tot betere monsters”¦
Representatieve analyseresultaten zijn vooral in troebele monsters lastig te halen. Het is al een tijdje duidelijk dat verbetering van de kwaliteit van grondwatermonsters op dit punt haalbaar is. Het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN) heeft daarom een nieuwe versie uitgebracht van NEN 5744 (NEN 5744:2011), waarin ook de oude NEN 5745 is opgegaan. De belangrijkste aanpassingen zijn een lagere doorstroomsnelheid bij het voorpompen, waardoor de troebelheid van het opgepompte water vermindert, en het in de meeste situaties meten van de troebelheid en het zuurstofgehalte van het opgepompte water. Hiervoor is apparatuur nodig die eerder niet standaard nodig was.
De in NEN 5744:2011 doorgevoerde aanpassingen zijn van groot belang voor bodemonderzoek gericht op het in kaart brengen van verontreiniging op specifieke locaties, omdat ze uiteindelijk leiden tot meer representatieve analyseresultaten op de grondwatermonsters. Volgens betrokken partijen rechtvaardigt dat een eenmalige investering in nieuwe apparatuur en een in sommige situaties wat langere monsternemingstijd. Overigens is vaak juist sprake van een kortere monsternemingstijd, dat blijkt uit de eerste ervaringen met het werken volgens de nieuwe methode.
”¦ maar niet bij elk onderzoek
Troebelheid speelt echter niet of nauwelijks een rol in de grondwatermonsters die worden genomen binnen de provinciale en landelijke meetnetten en voor monitoring en “early warning systems” in het kader van het Activiteitenbesluit. De te behalen kwaliteitsverbetering door te werken volgens de genoemde aanpassingen is bij die onderzoeken dan ook niet significant. Daarnaast zou het snel doorvoeren van aanpassingen ook leiden tot trendbreuken in de bij die onderzoeken over soms vele jaren opgebouwde meetreeksen.
Fase 1: aanpassingen van kracht sinds 1 april 2012 - werken volgens nieuwe methode sinds 1 oktober 2012 verplicht
NEN 5744:2011 is eind maart 2011 uitgebracht. Paragraaf 1.4 in BRL SIKB 2000 stelt dat certificaathouders een nieuwe versie van een NEN-norm uiterlijk een jaar na het verschijnen ervan moeten hebben geïmplementeerd. Dezelfde eis staat voor houders van een accreditatie ook in paragraaf 1.3 van AS SIKB 2000. Voor NEN 5744:2011 is deze overgangstermijn dus afgelopen op 1 april 2012. Aanpassing van protocol 2002 voorkomt dat inhoudelijke verschillen met de nieuwe NEN blijven bestaan. Maar omdat een aanpassing tijd kost heeft SIKB eind maart 2012 eerst een aantal nieuwe interpretaties bij protocol 2002 gepubliceerd. Die hebben ervoor gezorgd dat protocol 2002 en NEN 5744:2011 inhoudelijk op één lijn zijn gebleven. Deze wijzigingen voeren de nieuwe manier van het nemen van grondwatermonsters alleen effectief door voor bodemonderzoek gericht op het in kaart brengen van verontreiniging op specifieke locaties.
Het werken volgens de nieuwe methode was sinds 1 april 2012 mogelijk, maar is sinds 1 oktober 2012 verplicht. Werken volgens de oude manier mag dus niet meer (behoudens binnen grondwaterkwaliteitsmeetnetten en monitoring rond ondergrondse tanks in het kader van het Activiteitenbesluit).
Fase 2: verwerken aanpassingen in protocol 2002De aanpassingen zijn nu gepubliceerd in aanvullingen op het al bestaande Interpretatiedocument bij BRL SIKB 2000. Intussen werkt SIKB aan een nieuwe versie van protocol 2002, waarin deze aanvullingen ook netjes worden verwerkt. In de eerste helft van oktober verschijnt een ontwerpversie van het protocol, waarop u kunt reageren.