Afspraken, duidelijkheid en kennisoverdracht
Het is een goed moment voor een opvolging’, vertelt Walter de Koning. Na twintig jaar heeft hij afscheid genomen als directeur. ‘De organisatie is op orde’, zegt hij, ‘al blijft er altijd veel inhoudelijke dynamiek. Daar zorgt ons aandachtsveld zelf wel voor. Maar er is een stevig bestuur. Een goed functionerend bureau en de financiën zijn op orde. Tegelijk dienen zich echt nieuwe opgaven aan, met name de aanstaande Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Daarom is dit een mooi moment voor een overdracht, al gaat dat met pijn in het hart. Want die opgave is uiterst interessant, naast uiteraard tal van andere boeiende ontwikkelingen. Nieuwe technieken en nieuwe onderwerpen, zoals het sleufloos aanleggen van leidingen, de voortgaande digitalisering, het ecologisch saneren, de nieuwe stoffen en de ZZS (de Zeer Zorgwekkende Stoffen), om maar enkele te noemen. Dat stelt het SIKB-netwerk ook voor nieuwe opgaven. Opgaven die je zou kunnen vangen in grote woorden als “klimaatadaptie”, maar die voor het SIKB-netwerk heel feitelijke, praktische kwesties zijn, die direct met de bodem en ondergrond te maken hebben’.
‘Ik noem dit soort aandachtsvelden omdat zij zo heel nauw verband houden met onze passie, passie voor inhoud. SIKB is primair een kennisinstituut van en voor onze bodem en ondergrond en de noodzaak om tot betrouwbare resultaten te komen. Pas daarna komen de daarvoor ontwikkelde middelen: de richtlijnen, protocollen, HUM’s en dergelijke. De vele thema- en kennisbijeenkomsten die we jaarlijks organiseren zijn voor die passie de ultieme uiting. Daar komt de rol van kwaliteitsborger bij uitstek naar voren. Het zijn belangrijke items waarover wordt gesproken, die direct relateren aan de dagelijkse praktijk. Die nadruk op kennisdeling, dat is wat ons ook onderscheidt van vergelijkbare organisaties’.
Sterke verbreding
‘Toen ik aantrad, twintig jaar geleden, was de invulling van onze aandachtsvelden niet zo breed. We begonnen met de ontwikkeling van enkele elementen van de BRL 1000 en de BRL SIKB 2000. Wel vanuit de gedachte dat we die richtlijnen principieel in gezamenlijkheid met overheid, opdrachtgevers en opdrachtnemers tot stand zouden moeten brengen. Om zo als een echt onafhankelijke en transparante partij te kunnen opereren. Met een zorgvuldig gescheiden taakverdeling tussen bestuur, CCvD’s en Programmaraden. En de richtlijnen zo breed gedragen te laten zijn als noodzakelijk is.
Dat model is twintig jaar onverwoestbaar gebleken, ook voor, en binnen nieuwe aandachtsvelden, zoals de archeologie, bodembescherming en de ontwikkeling van datastandaarden. Het mooie is dat het voor zowel de academisch gevormde archeologen werkzaam is gebleken als voor hen die met een praktijkgerichte opleiding vloeistofdichte vloeren inspecteren. Twee verschillende werelden, die beide veel baat hebben van onze wijze van aanpak’.
Vraaggerichte aanpak
‘Die verbreding, die de samenhang dient tussen alle aspecten die met de zorg voor onze bodem en ondergrond te maken hebben, is op het ene terrein sneller dan op het andere terrein gegaan. Het aandachtsveld dat ons drinkwater vormt is bijvoorbeeld pas later opgepakt. Dat heeft ook te maken met onze vraaggerichte aanpak. Het initiatief moet vanuit het veld komen. We gaan niet zelf zomaar een richtlijn bedenken.
Waar nog een opgave ligt, een kans, is om breder uit te dragen hoe zeer kwaliteitsborging bijdraagt aan doelen als circulaire economie. Neem grondstromen als voorbeeld. We lopen daar ver in voor. Niet zo verwonderlijk, want Nederland is natuurlijk kampioen hergebruik bodem. Omdat ons oppervlakte zo klein is hebben we enorm veel inventiviteit ontwikkeld om elke vierkante centimeter optimaal te benutten’.
Model werkt ook elders
‘Overigens is het SIKB-model ook in Nederland zelf in heel andere sectoren heel goed toe te passen. Neem de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM), waarvoor ik me nu de komende jaren volledig kan gaan inzetten. Ook daar wordt gewerkt met kwaliteitsrichtlijnen, een onafhankelijk CCvD en bijvoorbeeld ook de zo succesvolle SIKB-waaiers, nu met als thema bijvoorbeeld “Verduurzaming” en “Schade aan uw monument”. Het komt telkens neer op de behoefte aan afspraken, aan duidelijkheid en aan kennisoverdracht. Daar is SIKB goed in geslaagd, en daar werk in ERM-verband nu graag verder aan. Telkens appellerend aan de herkenbaarheid van het onderwerp voor hen die er in de dagelijkse praktijk mee te maken hebben. En met de ontwikkeling van een daarop gericht kwaliteitsborgend instrumentarium.’