Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Specialistisch- en natuurwetenschappelijk onderzoek

De bestudering van vondsten die tijdens veldwerk zijn verzameld vormt een belangrijk onderdeel van een archeologisch onderzoek. Zo diende hout als brandstof of om er huizen van te bouwen, werden noten en vruchten van wilde planten verzameld en werden plantenvezels gebruikt als grondstof voor kleding of touw. Resten van dieren uit archeologische opgravingen maken een reconstructie mogelijk van de natuurlijke omgeving van de mens in het verleden en van het gebruik dat mensen maakten van dieren en dierlijke producten. Maar ook de bestudering van niet-organische materialen als metaal, glas en aardewerk zijn onmisbaar voor een archeoloog om een vindplaats te kunnen onderzoeken. De specialist, gespecialiseerd in de bestudering van een bepaalde materiaalcategorie, brengt deze menselijke activiteiten en de omgeving waarin mensen leefden in beeld, om daarmee voorbije culturen beter te kunnen begrijpen.

Samenhang met andere processen

Specialistisch onderzoek eventueel aangevuld met natuurwetenschappelijk onderzoek staat niet op zichzelf, maar hangt altijd samen met een van de archeologische processen: Inventariserend Veldonderzoek (IVO) of Opgraven (voor zowel landbodems als waterbodems), waarbij het Programma van Eisen (PvE) sturend is. Het specialistisch onderzoek is echter zo belangrijk voor het verzamelen en analyseren van vondsten, monsters en aardwetenschappelijke gegevens, dat hiervoor een eigen proces (met eigen protocol) is opgesteld. Dit proces is essentieel voor (1) de kwaliteit van het totale archeologische onderzoek en (2) het waarderen en conserveren van vondsten en monsters en aardwetenschappelijke gegevens inclusief bijbehorende documentatie.



Specialistisch onderzoek in de KNA en best practices

Archeologie is bij uitstek een multidisciplinair vak en kent daarmee vele specialismen.

In de specificatie OS11, behorende tot protocol 4004 Opgraven en specificatie OS11wb, behorende tot protocol 4104 Opgraven (waterbodems), staat een uitgebreide lijst van specialismen ten aanzien van vondsten en monsters opgenomen.

Deze specialismen vallen in een van de volgende hoofdcategorieën:

  • Bioarcheologisch onderzoek;
  • Aardwetenschappelijk onderzoek;
  • Materialenonderzoek.

SIKB beheert ook de volgende best practices voor specialistisch onderzoek:

KNA Leidraad Archeobotanie
KNA Leidraad Archeozoölogie
KNA Leidraad An-organisch vondstmateriaal Aardewerk, Metaal
KNA Leidraad Eerste Hulp bij Kwetsbaar Vondstmateriaal

Natuurwetenschappelijk onderzoek

Natuurwetenschappelijk onderzoek kan een belangrijke bijdrage leveren bij vraagstukken over de mens in het verleden, die aan de hand van de materiële cultuur en bodemmonsters kunnen worden beantwoord. Dat kan bijvoorbeeld gaan over migratie en rituelen, maar ook over wonen, voeding, bereidingswijzen en het gebruik van aardewerk. Daarnaast natuurlijk over technieken zoals datering, aDNA en SedaDNA en isotopen.

Op www.vindhetverleden.nu/wordt de vraagkant bediend door de NOAa (Nationale Onderzoeksagenda Archeologie) met thema’s die variëren van ‘De archeologie van het rituele’, ‘Conflictarcheologie’, ‘Dodenbestel en grafmonumenten’ tot ‘De vroegste bewoning van Nederland’ en ‘De verankering van het boerenbestaan’. Kunt u in de ‘Gouden Gids+’ uw onderzoeker vinden -óf archeologisch specialist die tevens ‘translator/hub’ is of laat u inspireren door verhalen over ‘Het naadje van de kous - Chemische analyses van archeologisch textiel’ en ‘Kloosters in kleur: recycling van romeinse tesserae in middeleeuwse vensterglas’. Deze verhalen uit de archeologische praktijk laten zien wat natuurwetenschappelijk onderzoek ons kan vertellen.