BRL SIKB 7000 (versie 7.0)
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over BRL SIKB 7000 en de daarbij horende protocollen 7001, 7002 en 7003.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Moeten transporteurs/vervoerders van (verontreinigde) grond ook zijn gecertificeerd en erkend?
Het afvoeren van (verontreinigde) grond valt niet onder de erkenningsplicht. Transporteurs/vervoerders hoeven hier niet voor te zijn gecertificeerd volgens BRL SIKB 7000.
Wel gelden voor het transport van verontreinigde grond en baggerspecie dezelfde regels als voor het vervoer van afvalstoffen. Daarbij moet o.a. de transporteur in het bezit zijn van een VIHB-nummer.
In een aantal gevallen valt het vervoer onder het ADR/VLG en moet de vervoerder zich daaraan houden.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Mag de uitvoering van een bodemsanering worden uitbesteed?
Ja, waarbij uitgangspunt is dat alle werkzaamheden voldoen aan de eisen die BRL / protocol daaraan stellen. Ter invulling hiervan leggen de certificaathouder en haar ondernemer in een mandaat vast wie welke werkzaamheden verricht en wie welke bevoegdheden heeft. Te denken valt aan wie welke taken uitvoert, hoe de communicatie verloopt met opdrachtgever, MKB en bevoegd gezag en wie wat kan ondertekenen. Ook worden beslismomenten vastgelegd. Basis voor het dit mandaat zijn onder meer het onderaannemingscontract én het mandaat van de opdrachtgever richting de certificaathouder.
In het geval dat de certificaathouder de werkzaamheden volledig uitbesteedt aan de onderaannemer, dan moet de onderaannemer zelf zijn gecertificeerd en erkend voor de betreffende werkzaamheden. De werkvoorbereider van de uitbestedende aannemer controleert dit. Ook dan geldt uiteraard dat er een mandaat moet zijn.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Mag een niet-gecertificeerde hoofdaannemer binnen een groot werk een gecertificeerde onderaannemer inschakelen voor de sanering van een deelgebied binnen het werk?
Ja, dat mag. De hoofdaannemer mag een gecertificeerde onderaannemer, namens de opdrachtgever, inschakelen. Uitgangspunt is dat de uitvoering van saneringswerkzaamheden moet plaatsvinden door een voor bodemsanering erkende aannemer. Op deze manier is dat geborgd. Wel moeten opdrachtgever, hoofdaannemer en gecertificeerde onderaannemer goede afspraken maken zodat o.a. communicatie en beslismomenten goed zijn vastgelegd. Dit wordt gedaan via het mandaat.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Mag een gecertificeerde aannemer KVP-ers en WV-ers van een niet-gecertificeerde aannemer inhuren voor de uitvoering van saneringswerkzaamheden?
Ja, dat mag met als voorwaarde dat de ingehuurde KVP-ers en WV-ers voldoen aan de competentie-eisen. Zij werken vervolgens binnen het systeem van de gecertificeerde aannemer. De gecertificeerde aannemer is ervoor verantwoordelijk dat de werkzaamheden volgens de daaraan gestelde eisen worden uitgevoerd, het werk wordt immers onder diens verantwoordelijkheid en certificaat uitgevoerd.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Moet de kwaliteitsverantwoordelijke persoon tijdens een sanering altijd aanwezig zijn?
De kwaliteitsverantwoordelijke persoon (KVP-er) hoeft niet per definitie altijd aanwezig te zijn op het werk: BRL SIKB 7000 eist wel dat de kwaliteitsverantwoordelijke aanwezig op kritische momenten.
In het uitvoeringsplan worden de kritische werkzaamheden vastgelegd. Dit betreft werkzaamheden die het resultaat van de sanering direct kunnen beïnvloeden. Hier moet de certificaathouder dus extra alert zijn. Voor sommige kritische werkzaamheden is de voortdurende aanwezigheid van een KVP-er niet noodzakelijk. In dat geval kan de aanwezigheid van de KVP-er worden beperkt tot de kritische momenten. Ook deze momenten worden apart vastgelegd in het uitvoeringsplan.
De definities van kritische momenten en kritische werkzaamheden zijn vastgelegd in par 1.3, BRL SIKB 7000, vs 7.0.
BRL SIKB 7000 alle protocollen (versie 7.0): Moet de aannemer, naast het nagaan of de melding aan bevoegd gezag gedaan is, deze ook inhoudelijk controleren op correctheid en volledigheid?
De verantwoordelijkheid voor de inhoud en volledigheid van de melding ligt bij de indiener van de melding en bij het bevoegde gezag. De aannemer is niet verplicht de inhoud van een melding door opdrachtgever aan het bevoegd gezag te controleren. Wel zal hij moeten weten dat deze is gedaan, wat vermeld staat in de melding en of daar eventueel door bevoegd gezag op is gereageerd, omdat de melding één van de documenten is waarop de uitvoering en werkwijze is gebaseerd.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Mag een KVP-er het MBO-niveau aantonen op basis van een positief doorlopen beoordeling volgens het MKB-examenreglement?
Ja, dat mag. Het aantonen van het MBO-niveau kan aan de hand van een MBO-diploma op WEB-niveau 2, 3 of 4. In aanvulling daarop en in overeenstemming met de eisen in BRL SIKB 6000 versie 6.0 geldt voor KVP-ers – evenals voor MKB-ers - een positieve beoordeling voor het MKB-examenreglement als voldoende bewijslast voor het aantonen van MBO-niveau. Dit geldt voor de protocollen 7005, 7006 en 7007.
BRL SIKB 7000 (versie 7.0): Wat is de corrigerende maatregel voor een aannemer met één KVP-er als er niet wordt voldaan aan de onderhoudseis die aan die KVP-er wordt gesteld?
Als een aannemer een KVP-er inzet die niet voldoet aan de onderhoudseis die aan die KVP-er wordt gesteld, betreft dit een kritische afwijking. Een corrigerende maatregel moet dan binnen drie maanden worden getroffen en aansluitend door de CI beoordeeld worden.
Als corrigerende maatregel voor certificaathouders met één KVP-er, waarbij die KVP-er niet voldoet aan de onderhoudseis geldt het volgende:
- De certificaathouder stelt een plan van aanpak op om de KVP-er alsnog aan de onderhoudseis te laten voldoen. De mogelijkheden hiertoe zijn:
1. onderhanden werk uitvoeren en/of
2. werk aannemen en uitvoeren binnen drie maanden en/of
3. werk aannemen binnen drie maanden en uitvoeren zo spoedig mogelijk daarna en/of
4. de KVP-er uitlenen voor uitvoering van KVP-taken bij een andere certificaathouder;
- Het plan wordt binnen drie maanden bij de CI worden aangeleverd;
- De CI beoordeelt het plan aansluitend op ontvangst van het plan;
- De CI beoordeelt het alsnog voldoen aan de onderhoudseisen tijdens de eerstvolgende “beoordeling implementatie van de documentatie-eisen op de vestigingsplaats(en)”. Indien niet aan de onderhoudseis wordt voldaan, wordt de KVP-er van de bij de CI afgevoerd. Indien het bedrijf op dat moment (nog) niet beschikt over een andere KVP-er, dan heeft dit consequenties voor het certificaat.
- De opgedane onderhoudsuren op basis van het bovengenoemde plan om te voldoen aan het urencriterium van het ‘afgelopen jaar’ tellen niet mee voor de onderhoudsuren van het daarop aansluitende jaar.
- Indien bij een certificaathouder tweemaal achtereen niet wordt voldaan aan de onderhoudseisen van een medewerker dan geldt dit als structureel en leidt dit conform de sanctieparagraaf tot een schriftelijke waarschuwing.