Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Welke richtlijnen gebruiken

Bij het vaststellen van de kwaliteit van een partij grond, baggerspecie of steenachtige bouwstoffen worden verschillende werkzaamheden verricht:

  • het nemen van monsters
  • het analyseren van monsters
  • het bewerken van de verontreinigde grond of baggerspecie
  • het kwalificeren en leveren van de grond of baggerspecie

Onderstaand een overzicht van de richtlijnen die hierbij worden gebruikt.

Nemen van monsters 

Eisen aan het nemen van monsters zijn te vinden in de BRL 1000 (of AS 1000 als het een geaccrediteerd bureau betreft) met bijbehorende protocollen. De procedures betreffen de bemonstering van grond, baggerspecie en bouwstoffen zoals bedoeld is in het Besluit bodemkwaliteit.
Een bijzondere categorie is het bemonsteren van korrelvormige afvalstoffen. De eisen aan het nemen zijn vermeld in het Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen en het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa).

De werkzaamheden die vallen onder de BRL 1000 betreffen het proces van monsterneming, vanaf het offertestadium tot en met de overdracht van de monsters aan een erkend laboratorium (of aan een andere BRL 1000 erkende organisatie) en de rapportage van de monsterneming, inclusief de daarbij behorende veldwerkrapportage. Laboratorium-analyses en de kwalificatie van de partij vallen buiten de BRL.  

De regeling omvat de volgende werkzaamheden:

  • Monsterneming van grond of baggerspecie: BRL (of AS) 1000 + Protocol 1001
  • Monsterneming van niet vormgegeven bouwstoffen: BRL (of AS) 1000 + Protocol 1002
  • Monsterneming van vormgegeven bouwstoffen: BRL (of AS) + Protocol 1003
  • Monsterneming van te storten korrelvormige afvalstoffen: BRL 1000 + Protocol 1004

Voor het conserveren van genomen monsters zie conserveren van milieumonsters.[|bodembeheer/kennisdelen-en-innovatie]

Analyseren van monsters

Eisen aan het analyseren van monsters grond, baggerspecie, steenachtige bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen zijn te vinden in het document AP04.
De in AP04 beschreven procedures betreffen algemene eisen aan samenstellings- als uitloogonderzoek, met inbegrip van verrichtingen / handelingen die betrekking hebben op de monsterneming, de monstervoorbehandeling en de analyse van eluaten van grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen.

Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie

Eisen aan het bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie zijn te vinden in de BRL SIKB 7500 met bijbehorende protocollen.
De procedures betreffen het accepteren, opslaan, samenvoegen en bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie resp. van andere –tot grond bewerkbare- afvalstoffen tot baggerspecie, grond of bouwstof dat voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit.

De werkzaamheden betreffen het proces van bewerking van verontreinigde grond en baggerspecie vanaf offertestadium tot aan de oplevering van de partij voor nieuwe inzet. Onderzoek (incl. monstername en analyse) en in-situ sanering van verontreinigde (water)bodem, transport, opslag en handling ter plaatse van een saneringslocatie alsmede het verkrijgen van een erkende kwaliteitsverklaring voor de eindproducten van de bewerking vallen buiten de werkingssfeer van deze BRL.

De BRL omvat de volgende werkzaamheden:

  • Procesmatige ex situ reiniging van verontreinigde grond, baggerspecie en andere –tot grond reinigbare- afvalstoffen door middel van thermische, extractieve of biologische methoden dan wel natte en droge zeeftechnieken dan wel immobilisatie van verontreinigde grond en baggerspecie tot een bouwstof: BRL SIKB 7500 + protocol 7510;
  • Zandscheiding, ontwatering, rijping en landfarming van baggerspecie: BRL SIKB 7500 + protocol 7511

Kwalificeren en leveren van grond en baggerspecie

Eisen aan het kwalificeren en leveren van grond zijn te vinden in BRL 9335 met bijbehorende protocollen. De procedures betreffen het beheer van partijen grond en grondstromen, alsmede de kwalificatie van (gereinigde) partijen en/of grondstromen grond en baggerspecie in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Op basis van de kwalificatie wordt de grond toegepast in de in de Regeling bodemkwaliteit genoemde bodemfunctieklassen achtergrondwaarde, wonen of industrie. Bij toepassingen van grond en baggerspecie in oppervlaktewateren is er geen bodemfunctieklasse in het Besluit bodemkwaliteit opgenomen.

De werkzaamheden die vallen onder de BRL betreffen de werkzaamheden voor acceptatie, kwalificeren, (voorbereiden voor) transport en begeleiden van partij tot aan
de toepassingslocatie.

De BRL omvat de volgende werkzaamheden:

  • Milieuhygïenische keuring van individuele partijen grond (BRL 9335 + protocol 9335-1)
  • Milieuhygïenische keuring van individuele partijen grond ter verkrijging van een verklaring niet-reinigbare grond (BRL 9335 + protocol 9335-1)
  • Milieuhygïenische keuring van partijen grond uit projecten (BRL 9335 + protocol 9335-2)
  • Milieuhygïenische keuring van samengestelde grondproducten (BRL 9335 + protocol 9335-4)
  • Civieltechnische keuring (BRL 9335 + protocol 9335-9. Alleen mogelijk in combinatie met een ander 9335-protocol)