Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Fabrikant-eigenverklaring (FEV)

De fabrikant-eigenverklaring (FEV) is een schriftelijke milieuhygiënische verklaring afgegeven door de producent van grond, baggerspecie of bouwstoffen. De producent verklaart met een fabrikant-eigenverklaring dat het product voldoet aan de in het Besluit bodemkwaliteit gestelde eisen gesteld aan de met betrekking tot de milieuhygiënische kwaliteit van het product. Uit de verklaring blijkt op welke wijze (volgens welke methode en normen) is vastgesteld dat de partij voldoet aan de bij of krachtens het Besluit gestelde eisen.

De toepasser, die gebruik maakt van een product voorzien van een fabrikant-eigenverklaring, weet dat de partij voldoet aan de eisen en voorwaarden gesteld in het Besluit bodemkwaliteit. De grond, baggerspecie resp. bouwstof is toepasbaar op een manier zoals vermeld op het certificaat.

De voorwaarden en eisen aan een fabrikant-eigenverklaring voor grond en baggerspecie staan beschreven in artikel 4.3.7 van de Regeling bodemkwaliteit.  

Wanneer maak je gebruik van een fabrikant-eigenverklaring? Waarop is een fabrikant-eigenverklaring van toepassing? Wie geeft een fabrikant-eigenverklaring af? Waat staat op de fabrikant-eigenverklaring? Wat zijn de eisen aan de kwaliteitsbepaling van de grond/baggerspecie bij een fabrikant-eigenverklaring?

Gebruik van fabrikant-eigenverklaring

Het gebruik van een fabrikant-eigenverklaring voor grond en baggerspecie zal beperkt zijn. Schatting is dat weinig fabrikanten kunnen voldoen aan de eisen aan een fabrikant-eigenverklaring voor grond of baggerspecie.

Toepassingsgebied fabrikant-eigenverklaring

Fabrikant-eigenverklaringen kunnen worden afgegeven voor stromen grond of baggerspecie waarvan:

  • de kwaliteit constant voldoet aan de achtergrondwaarden,
  • sprake is van een beheerst productieproces

De fabrikant-eigenverklaring kan worden ingezet bij activiteiten waarbij grote hoeveelheden grond en bagger met een constante kwaliteit worden gewonnen (bv. primair gewonnen zand, zoals zand gewonnen uit zandwinputten, oppervlaktewateren of uit zee).

De FEV is niet van toepassing op enkelvoudige partijen grond of baggerspecie die niet in relatie tot elkaar staan en waarbij sprake is van uiteenlopende kwaliteit.

Afgifte van fabrikant-eigenverklaring

De producent van de betreffende partij grond of baggerspecie verstrekt de FEV.

Bij de uitgifte van fabrikant-eigenverklaring worden eisen gesteld aan:

  • Het toelatingsonderzoek,
  • De interne kwaliteitsbewaking.

Toelichting toelatingsonderzoek

Het toelatingsonderzoek is een uitgebreid onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van het product. Het toelatingsonderzoek bevat o.a.:

  • toetsing op de achtergrondgehalten uit bijlage B van de Regeling

Het toelatingsonderzoek bestaat uit ten minste tien partijkeuringen uitgevoerd onder toezicht van een instelling die erkend is voor de uitvoer van partijkeuringen grond en baggerspecie. De gekeurde partijen dienen qua grootte, productieproces, grondstoffen, productieperiode en afzet representatief te zijn voor de productie en evenredig over de productieperiode te zijn verdeeld.

Toelichting interne kwaliteitsbewaking

De interne kwaliteitsbewaking bevat:

  • kwaliteitssysteem dat toeziet op het voldoen aan de samenstellings- en emissie-eisen behorende bij het Besluit;
  • kwaliteitshandboek;
  • register waarin de resultaten van het kwaliteitssysteem worden bijgehouden (bevat o.a. beschrijving van het product, de productiedatum, de gebruikte testmethode, de productie-kenmerken, de gebruikte acceptatiecriteria voor grondstoffen en een overzicht van geleverde partijen met vermelding van de afnemer).

Gegevens op een fabrikant-eigenverklaring

De fabrikant-eigenverklaring bevat:

  • een verklaring van de producent dat de grond of baggerspecie voldoet aan de gestelde criteria;
  • de naam en het adres van de producent en de specifieke productielocatie waar de grond of baggerspecie vandaan komt;
  • een nauwkeurige specificatie of beschrijving van de grond of baggerspecie;
  • eventuele bijzondere voorwaarden voor het gebruik van de grond of baggerspecie;
  • een uniek nummer.

De fabrikant-eigenverklaring wordt opgesteld op basis van een format, verkrijgbaar via Bodem+.

Kwaliteitsbepaling grond/baggerspecie bij een fabrikant-eigenverklaring

Tijdens de kwaliteitsbepaling van grond en baggerspecie t.b.v. een fabrikant-eigenverklaring worden eisen gesteld aan:

  1. de onderzoekstrategie
  2. de monstername
  3. de monsteranalyse
  4. het stoffenpakket

1. Eisen aan de onderzoeksstrategie

De partijkeuringen die ten grondslag liggen aan de fabrikant-eigenverklaring moeten worden uitgevoerd conform BRL SIKB 1000 en het daarbij horende protocol 1001, 'Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie'.

Voor de uitvoering van een partijkeuring conform bovenstaande richtlijn is een erkenning vereist. Zie voor een overzicht van erkenningen de website van Bodem+.

2. Eisen aan de monstername

Monsterneming bij de partijkeuringen moet worden uitgevoerd conform:

  • BRL SIKB 1000 en protocol 1001, 'Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie';
  • of AS SIKB 1000 en protocol 1001, 'Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie.

Voor de monsterneming wordt in principe een erkende monsternemer ingeschakeld, maar de monsterneming mag ook worden uitgevoerd door de producent zelf. In dat geval moet bij de externe beoordeling worden gecontroleerd of de monsterneming conform BRL of AS SIKB 1000 is uitgevoerd.

Een overzicht van erkende monsternemers is te vinden op de website van Bodem+.

3. Eisen aan de analyse

De analyses zijn alleen bruikbaar indien uitgevoerd volgens het AP04 en door een voor het AP04 geaccrediteerd en erkend laboratorium (zie Bodem+ voor een overzicht).

Specifiek voor grond en baggerspecie gelden de volgende onderdelen van het AP04:

  • AP04-V: voorbehandeling monsters;
  • AP04-SG: samenstelling grond;
  • AP04-U: uitloogonderzoek;
  • AP04-E: eluaten onderzoek.

Indien de monsters worden geconserveerd moet dit volgens protocol 3001, 'Conserveringsmethoden en conserveringstermijnen voor milieumonsters'.

4. Eisen aan het stoffenpakket

De grond en baggerspecie moeten voldoen aan de achtergrondwaarden uit het Besluit bodemkwaliteit. Toetsing vindt plaats aan de achtergrondwaarden zoals opgenomen in bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit. De kwaliteit van de toe te passen grond of baggerspecie wordt per stof berekend als het gemiddelde van de meetwaarden van de geanalyseerde mengmonsters.

Erkenning, certificering en accreditatie bij een fabrikant-eigenverklaring

Voor meer informatie over erkenningen zie het dossier Kwalibo.

  • Voor de volgende richtlijnen met betrekking tot de fabrikant-eigenverklaring geldt dat de uitvoerder erkend moet zijn op basis van:
    • een certificaat voor BRL SIKB 1000, 'Monsterneming voor partijkeuringen';
    • of een accreditatie voor AS SIKB 1000, 'Monsterneming voor partijkeuringen'.
  • Indien de genomen monsters worden geconserveerd moet de uitvoerder van de conservering erkend zijn voor het accreditaiteschema AS SIKB 3000, 'Laboratoriumanalyses voor grond-, grondwater- en waterbodemonderzoek' (zie ook dossier Conserveren van milieumonsters).

Overzichten van afgegeven erkenningen zijn te vinden op de website van Bodem+.